Spelregels Bierpong
1. De teams
De basisopstelling bestaat uit twee teams van twee personen. Wie start er? De winnaar van een spelletje ‘schaar-steen-papier. Het team dat start krijgt twee bierpongballetjes en gooien deze na elkaar. Dit telt als één beurt.
2. Twee manieren om te gooien
Als je gooit, blijft je elleboog achter de tafel. Bij twee waarschuwingen van de scheidsrechters, drink je één beker leeg.
1) Rechtstreeks: bierpongballetje rechtstreeks in de beker. De tegenstanders drinken één beker leeg.
2) Botsbal: bierpongballetje met bots in de beker. De tegenstanders drinken twee bekers leeg. Je kiest als tegenstander zelf welke tweede beker je leeg drinkt.
Een botsbal (via de tafel of via een beker) mag weggeslagen worden.
Rolt de bal naar jouw kant, dan krijg je een herkansing. Dit keer gooi je de bal achterwaarts.
Er wordt niet geblazen in de bekers om de bal terug uit de beker te krijgen.
Spoelbeker
Je hebt per team een beker gevuld met water. Die gebruik je om je bierpongballetje te wassen voordat je gooit.
3. Reorganisatie
Je krijgt één maal de kans om de bekers van de tegenstanders te reorganiseren. Je doet dit binnen het speelveld en je kiest zelf hoe.
Einde van het spel
Het spel duurt 10 minuten. Hierna worden de lege bekers geteld door de scheidsrechters. De score wordt door hen naar de organisatie gebracht.